Een jaar geleden schreef ik mijn blog over de ‘terrible two’ bij Ben. Over hoe hij de wereld wilde ontdekken en niet meer aan het handje van mama wilde lopen. Hoe hierdoor een kleine wandeling van 10 minuten naar de supermarkt minimaal een half uur duurde. Nou, als dat de ‘ terrible two ’ fase was, dan wil ik deze fase waar we nu in zijn beland de ‘ terror three ’ willen noemen. Nu begrijp ik waarom ze het een peuter- ‘puberteit’ noemen. Ben zijn emoties zijn all over the place. Ik herinner me van mijn eigen (echte) puberteit dat mijn emoties ook zo intens konden zijn en ook al wist ik dat mijn reactie heel overdreven was, ik kon het niet stoppen.
Mijn peuter is 3 jaar
Ben kan van heel blij naar erg verdrietig gaan binnen een paar minuten, door kleine dingen. Dat hij een trui aan moet bijvoorbeeld. En als hij echt over de rooie gaat, maakt hij zichzelf zo overstuur dat hij ervan moet hoesten en kokhalzen. Met hem praten lukt dan niet meer, dus wacht ik tot het ergste voorbij is en knuffel hem tot hij weer rustig is.
Lees alles over de peuterpuberteit >>
Terror Three fase
Ook heeft zijn taalontwikkeling echt een vlucht genomen, wat heel leuk is om te zien. Je kunt echt gesprekken met hem voeren. Maar ook discussies. Ben gaat in deze terror three fase graag de discussie aan, over álles. Bijvoorbeeld over dat mama 3 boterhammen mag eten terwijl hij er 2 krijgt, waarom zijn favoriete shirt alwéér in de was zit of waarom hij niet buiten mag spelen als het regent.
Humeur
Soms kan het echt mijn humeur beïnvloeden, zeker ’s ochtends vroeg als ik net mijn ogen open heb en we in zo’n bui belanden. Maar dan zie ik hem worstelen met zichzelf en denk ik ‘lieverd, wat zitten al deze emoties vooral jouzelf in de weg.
Zo gingen we laatst bij een van de eerste zonnestralen gezellig met zijn viertjes naar het winkelcentrum. Sam in de kinderwagen, Ben op zijn loopfietsje. Vanwege een aankomende kinderverjaardag moesten we bij de speelgoedwinkel een cadeautje kopen. Ben pakte een grote brandweerauto en liet hem niet meer los. “Mama, ik wil deze kopen”. “Lieverd, we gaan geen brandweerauto kopen.” “Maar ik wil hem hebben, hij is zo mooi”. “Nee Ben, we gaan geen brandweerauto kopen.” En toen kwamen de huil, de schreeuw en de traan. Snel het cadeautje, wat André ondertussen voor de jarige had uitgekozen, afrekenen en Ben de winkel uitloodsen.
Peuterpuberteit
Buiten ging het spektakel door. Opnieuw vertellen dat we geen brandweerauto gaan kopen, hij heeft er al twee thuis. Daar kan hij zo weer mee gaan spelen. Uitleggen had geen zin, afleiden net zo min, hij bleef huilen en roepen om de brandweerauto. Onze volgende tactiek was doorlopen en het gedrag negeren. Hij bleef stug volhouden en toen hij merkte dat hij echt niets gedaan kreeg stopte hij en weigerde verder te fietsen. Tot 10 tellen, bij hem knielen en rustig (nogmaals) uitleggen dat we naar huis gaan en hij thuis met zijn eigen brandweerauto kon spelen. “Ik wil niet naar huis!” schreeuwde hij. Hij vergat de brandweerauto en bleef nu in deze huilbui hangen. We kwamen langs een speeltuintje. “Zullen we hier even spelen?”, vraagt André. “Neeee, ik wil naar huis!”, huilt Ben.
“Gezellig he, met zijn viertjes even naar het winkelcentrum”, zucht ik naar André.
Nog geen vijf minuten later is hij weer het vrolijke, lieve mannetje die hele grappige dingen zegt waar ik zo vreselijk om moet lachen. Bij thuiskomst loopt hij naar de poezenmand, gaat naast kater Boris liggen, aait hem over zijn kopje en zegt zachtjes “Oh boefie, ben je zo moe?”
*smelt*
Boeken tip: Opvoeden van peuters
Lees ook: naar de peuterspeelzaal >>
Relax mama! Bekijk deze mindful opvoedtips >>