“Wanneer ik kinderen heb gaan die zeker naar de crèche. Is goed voor hun ontwikkeling”, zo luidde mijn overtuiging. Dus toen mijn zwangerschapsverlof eindigde, brachten we ons kleine hummeltje voor een dag per week naar de crèche. Ben sliep helaas haast niet overdag dus dat was ook voor de crèche leidsters, die uiteraard geen uren buiten konden lopen met hem zodat hij wél sliep, een uitdaging. “Nee hoor, weer bijna niet geslapen” hoorden we wanneer we hem ophaalden.
Toen we overgingen tot inbakeren en de crèche op ons verzoek hieraan meedeed, ging het gelukkig beter. Maar Ben was continu verkouden en veel ziek. Ik zag er eerlijk gezegd het voordeel niet meer van in.
Dus toen mijn schoonmoeder aangaf minder te gaan werken en een oppasdag te willen, kwam dit ons prima uit. En de immer druipende neus verdween ook direct.
Heerlijk vindt Ben het bij zijn beide opa’s en oma’s. Het is altijd dikke pret. Hij is nu ruim 1,5 jaar oud en speelt al veel met de buurkindjes en kinderen van vrienden.
Maar waar we nu tegenaan lopen is dat hij zó gewend is altijd bij papa, mama, opa of oma te zijn, dat hij hard begint te huilen wanneer wij niet in beeld zijn. Als hij buiten speelt met de buurkindjes en ik even naar binnen loop, huilt hij. Blijft hij een klein uurtje bij de buurvrouw terwijl ik een klusje moet doen, huilt hij dat hele uur.
Hij is het niet gewend met (relatief) vreemden te zijn.
“Het is vast een fase”. Misschien, maar die fase is er inmiddels al een maand of 10.
Dus hebben André en ik het gesprek ‘wel of geen crèche’ toch maar weer eens gevoerd. Omdat dat zo goed is voor zijn ontwikkeling. Toch? Nou ja, we gaan het in ieder geval maar weer eens proberen.