In Peters voorgaande blog was hij heel open over het hebben van een ‘huilbaby’. Hij en Erin hebben gevochten voor Senn door aan te kloppen bij het ziekenhuis. Dat lees je in dit (vooralsnog) vervolg.
Uiteindelijk kozen wij ervoor om naar artsen te gaan en alles op alles te zetten zodat er naar ons zoontje werd gekeken. Vaak tevergeefs, want ‘het was nou eenmaal zo’ zeiden de artsen. Opgeven was geen optie voor ons, we zetten door en uiteindelijk werd Senn opgenomen in het ziekenhuis. Er kwam uit dat Senn een koemelkallergie heeft en verborgen reflux. We kregen andere voeding en medicijnen tegen het opkomende maagzuur. Senn zat altijd onder de uitslag wat wij al snel koppelden aan zijn allergie. Dat zou over moeten gaan met de nieuwe voeding. Na twee weken werd het nog steeds niet minder.
We wilden maar één ding en dat was de voeding waarin wij wel vertrouwen hadden. Alleen de artsen vonden dat niet nodig. Na drie opnames in het ziekenhuis waren wij het zat: wij wilden die andere voeding en wel direct! Gelukkig werd er toen wel naar ons geluisterd en mochten we beginnen met volledig koemelkvrije voeding. De zusters keken er stiekem ook erg naar uit want die dachten er hetzelfde over als wij. Na drie dagen werd Senn steeds rustiger en zijn galbultjes werden met de dag minder. Zal dit dan eindelijk werken? Ja, het hielp! Senn zijn huidje werd steeds rustiger en zachter, hij sliep opeens een stuk meer en door zijn medicijnen had hij ook geen last van zijn maagzuur.
Wij zagen Senn veranderen
Van een mannetje die 16 tot 20 uur per dag aan het krijsen was naar een mannetje die opeens veel sliep, zijn flessen leeg dronk en zelfs af en toe even kon lachen. Pas na vijf maanden kwam de kraamvisite langzaam op gang. Ook al waren we er nog lang niet, we konden eindelijk beginnen met genieten.
Hapjes wilden nog niet echt lukken bij Senn. Alles wat we hem gaven leek buikkramp te veroorzaken en bij elk nieuw dingetje waren het weer slapeloze nachten. Na de ellende van de eerste maanden wisten wij hier redelijk mee om te gaan en dat als wij iets wilden dat we er voor moesten vechten. En dat deden wij ook. Na 10 maanden kwamen de artsen erachter dat hij een volledige voedselintolerantie heeft. Zijn lichaam moet heel langzaam aan alles wennen wat we hem geven. Nu krijgen we hulp en advies van een gespecialiseerde kinderarts en een diëtiste.
Senn wordt volgende week één jaar en langzaam maar zeker kan hij steeds meer hapjes verdragen. Het wordt een echt binkie en hij zal ondanks alles altijd blijven lachen.
Blijf vechten!
Hierbij wil ik alle vaders en moeders die net zo’n rot tijd hebben gehad of daar nog steeds in zitten een hart onder de riem steken. Hou vol, niet opgeven en luister vooral naar je hart! Ook al zal een arts zeggen dat kindjes nou eenmaal huilen, jullie hart zegt of het wel of niet goed is. Blijf vechten voor de juiste hulp.
Oh en papa’s, jullie mogen ook best eens open zijn en zeggen dat het niet altijd makkelijk is. We hoeven niet altijd maar zo stoer te doen toch?
Wat vond jij ervan, dat we eens de papa kant lieten zien? Vaker doen? Of heb jij zo’n vriend dat het ook leuk vindt te bloggen? Stuur dan een mailtje naar karen@girlslabel.com Leuheuk!